Vanavond luisterde ik naar een online lezing van Dirk de Wachter. Een psycholoog.
Zijn kijk op het leven is gebaseerd op o.a. de vele mensen die bij hem aankloppen om psychische hulp. Hij heeft teveel werk, komt om in het werk, en de wachtlijsten lopen op.
Zijn uitleg?
“We zijn terecht gekomen in een leven waarin alles leuk moet zijn, waarin we via Social Media vooral de leuke, gezellige, gelukkige momenten delen. We besteden enorm veel tijd aan Social Media, en aan scherm-kijken. Veel prikkels. Nooit tijd voor nadenken en overdenken. Nooit tijd om te verstillen zonder te vereenzamen.
Want dat is de paradox: via internet ligt de hele wereld aan onze voeten en toch is eenzaamheid een oprukkend probleem in Nederland. We geven ons leven een 7,8 wat betreft ‘gelukkig zijn’ en toch hebben we de psycholoog nodig, of middelen en entertainment nodig om te overleven. Om uit depressie te komen of te blijven.
Zijn suggestie?
We moeten leren en omarmen dat het leven ook soms tegenzit, dat er verdriet is, en dat dit ok is. En we moeten leren hier over te praten, met elkaar, verbinden, woorden gebruiken, luisteren. Niet een foto of ‘gif’ van onze emoties maar taal gebruiken. Woorden kunnen helen, kunnen erkennen en herkennen, kunnen liefde geven.
We moeten elkaar echt zien en horen, maar ook aanraken en knuffelen. Verbinden. Puur. Echt. Zonder er een grapje van te maken of alles weg te lachen met een “komt goed’.
Ik besluit na de lezing nog even een wandeling te maken. Buiten in het donker.
Wandelen zonder smartphone of muziek of podcast. Gewoon lopen en nadenken, verwerken, overdenken. Het is goed voor ons lichaam, voor onze ziel en geest als we dit doen. Te vaak grijpen we, in een moment van ‘verveling’ of ‘niets doen’, naar de smartphone of gaan we film kijken. Het effect is dat we constant prikkels binnenkrijgen en het geeft je nooit de tijd om te verwerken. Om na te denken over levensvragen.
Als ik de lift uitkom en naar buiten wil, komt net de benedenbuurman na zijn avondwandeling binnenlopen. We raken aan de praat. Eerst even over ‘koetjes en kalfjes’ maar dan gaat het over familie en ziekte en lijden. Over gemis en verdriet. Over mooie momenten. Over afscheid nemen. We luisteren en we praten. En na 10 minuten zeggen we elkaar gedag en roept de buurman mij nog na: “De deur staat altijd open he, als je behoefte hebt aan een praatje”. Ik bedank hem en loop met een glimlach naar buiten. Dit dus. Verbinden. Samen delen. Gewoon ‘zijn’. En dat doet goed.